Kinderen van Stephanus de Cocq van Delwijnen en Adriana Olivièra Steukers (XVII b-3):
XVIII b - 1 Jhr. Johannes de Cocq van Delwijnen volg XIX b - 1
geb. 23-9-1741 te Heesselt, † 3-4-1813
te Heesselt.
Huwt ca 1775 te Heesselt
Johanna (van) Ap(p)eldoorn
(dr.v. .. en ... )
geb. .. † 15-4-1804 te Heesselt *)
begraven 18-4-1804 te Heesselt
*) (RAA: “Aantekenboekje der overledenen te Heesselt”, door de lijkbezorger J. de Bruin).
In de maand september 1835, 22 jaar na het overlijden van hun vader Johannes, verdelen de kinderen, na gemeen overleg en onderling goedvinden, de roerende en onroerende goederen van hun ouders, bestaande uit een huis met tuin en bouwland, staande en gelegen op nummer 5 te Heesselt, tezamen groot 30 roeden, tachtig ellen, in het kadaster bekend onder Sectie C. nr.86 en Sectie D. nrs.175, 176 en 177, belast met de volgende dijken op Heesselt, als paal nr.23, lang 3 ellen, 2 duim en vijf strepen en paal nr.74, lang 39 ellen, 5 duim geëvalueerd op een waarde van fl. 250,--
Toebedeeld aan Stephanus (Steven) de Cocq van Delwijnen.
Een perceel kersen en appelboomgaard, genaamd “de Leeuw”, gelegen te Heesselt, op het kadaster bekend onder Sectie D. nr.159, ter grootte van 57 roeden en 80 ellen, wordt het gemeenschappelijk bezit van Adrianus en Cornelis de Cocq van Delwijnen, samen geëvalueerd op een waarde van fl. 500,--.
De roerende goederen waren al jaren eerder onderling verdeeld. (RAA: Recht.Arch.inv.nr.-1708.,acte nr.217, d.d. 4-9-1835).
De kinderen Rolandus en Henricus waren zeer waarschijnlijk al overleden; zij komen in de bewuste acte niet voor.
Overlijden en begraven van Johanna Ap(p)eldoorn
XVIII b - 2 Jhr. Gerardus (Gradus) de Cocq van Delwijnen volg XIX c - 1
geb. ..gedoopt 15-11-1743 te Wamel, † 7-2-1815
te Varik
huwt 21-8-1768 te Heesselt (zijn nicht)
Georgia de Cocq van Delwijnen
(dr.v.Johannes en Aldegondis van Gameren (XVIII a-4)
geb. 31-1-1737 te Heesselt, † 21-2-1819 te Heesselt
Doopgetuigen: Steukers en Putters
Huwelijksgetuigen: Gisbertus de Cocq van Delwijnen
en Georgia de Cocq van Delwijnen.
Gerardus en Geburgia (Georgia) verkopen aan hun neef, Martinus van de Geyn, landman te Varik, een huis met alles wat daarin aard en nagelvast is, met erf en bepoting, groot tezamen ca 21 ares en 29 centiares, of 1½ hont, (0.21.29 ha), staande en gelegen in de Keizersstraat te Varik, omland ten Oosten de Keizersstraat, ten Westen Willem Schook, ten Zuiden Roeland van den Berg en ten Noorden door de heer M. Spillenaar,
voor de somma van 525 Franse francs, of fl. 250,--.
(Not.Arch.Tiel, acte nr.93,d.d.8-3-1813). (XVIII a-4).
Op 21 januari 1819 is Georgia mede erfgename van wijlen haar neef Dirk de Cocq van Delwijnen (XIX a-6), zoon van wijlen Gijsbert de Cocq van Delwijnen. Zij machtigt haar zoon Gijsbertus (Gijs) de Cocq van Delwijnen (gehuwd met Johanna Verhaaren), landman, om samen met zijn tante, Margaretha Versteegh, weduwe van genoemde Gijsbert, over te gaan tot scheiding en verdeling van de gemeenschappelijke boedel en nalatenschap van Margaretha Versteegh en haar overleden zoon Dirk de Cocq van Delwijnen en de ten deel te vallen goederen, effecten en gelden te accepteren en de overige goederen aan genoemde Margaretha toe te scheiden en af te staan. (Not.Arch.Tiel,acte nr.18, d.d. 21-1-1819).
XVIII b - 3 Jkvr. Hendrina de Cocq van Delwijnen
geb. 18-1-1745 te Varik, † aldaar 17-2-1831
huwt 26-4-1767 te Varik
Petrus (Peter) van den Hoogen
(zn.v. .. en )
geb. .. overleden ...
Doopgetuigen bij Hendrina: Steukers en Putters
Huwelijksgetuigen: Gerardus de Cocq van Delwijnen
en Goswina van Rijswijck.
Uit dit huwelijk een dochter, Wilhelmina van den Hoogen, geb. .., gedoopt 14-4-1787 te Varik.
Doopgetuigen: Wilhelmus van de Geyn en
Geburga (Georgia) de Cocq van Delwijnen.
XVIII b - 4 Jkvr. Georgia de Cocq van Delwijnen
geb. 11-2-1747 te Wamel, † 9-9-1826 Varik
huwt 25-12-1769 te Heesselt
Wilhelmus (Willem) van de Geyn
(zn.v.Bart en Willemijntje Gubbels)
geb. 16-7-1742 Varik, † 20-9-1823 Varik
(Brab.Lw.,XIV(1965),p.144).
Doopgetuigen bij Georgia: Steukers en Putters
Huwelijksgetuigen: Bartholomeus van de Geyn
en Cornelius Putters.
Dit echtpaar had de volgende kinderen:
1. Maria gedoopt 1769 † 17-5-1857
2. Stephanus ,, 10-02-1770 doopget. Cornelius en
Adrianus Putters
3. Bartholomeus ,, 01-12-1772 Joannes v.d. Geyn en echtgenote
Joanna Gijns
4. Adrianus ,, 11-11-1773 Joannes de Cocq van Delwijnen
en Adriana Steukers
5. Wilhelmina ,, 02-03-1776 Joannes van de Geyn en
Johanna van Os
6. Dorothea ,, 14-01-1778 zie nr.4
7. Joanna ,, 16-01-1779 Sebastiana Schook en
Joanna van de Geyn
8. Petrus ,, 03-01-1784 Gerardus de Cocq van Delwijnen en
Geburga de Cocq van Delwijnen
9. Theodorus ,, 31-01-1785* Joannes van de Geyn en Alyda
Steukers en Gerardus en
10. Geburga ,, 31-01-1785* Geburga de Cocq van Delwijnen
11. Theodorus ,, 22-07-1786 Cornelius Gruythuysen en
Alyda Steukers
12. Petrus ,, 25-03-1789 Gerardus en Geburga de Cocq
van Delwijnen
13. Georgia ,, 10-03-1791 zie nr.11
* tweeling.
Met dank aan mevrouw P.M.J. Brons, die mij de gegevens heeft doen toekomen uit het R.K.-doopboek van Varik.
De onder nr.3 genoemde Bart van de Geyn erft van zijn oom, Jan de Cocq van Delwijnen, polderschout en landeigenaar (†1824), 85 roeden en 16 ellen bouwland, “de Hooiakker” genaamd. (Not.Arch.Tiel,acte nr.23,d.d.16-2-1825)
Kinderen van Christianus de Cocq van Delwijnen en Anna de Korty (XVII b-4):
XVIII c - 1 Jkvr. Clara de Cocq van Delwijnen
geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 18-7-1750
overleden ...
Doopgetuigen: Gerardus en Joanna de Cortie.
XVIII c - 2 Jkvr. Georgia de Cocq van Delwijnen
geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 1-9-1752
overleden te Zaltbommel 29-12-1834
huwt 3-5-1801 te Rossum
Eugenius van Bruggen
(zn.v.Dirk Egonse en Johanna van Driel)
geb. .. Hurwenen, gedoopt Rossum 29-1-1752
overleden te Zaltbommel 24-2-1832
Doopgetuigen bij Georgia: Joannes de Cocq van Delwijnen
en Aldegondis van Gameren.
Georgia verwerpt de erfenis van haar broer Jan, bij acte van Repudiatie d.d. 5-1-1825 ter griffie van de Rechtbank te Tiel. (Not.Arch.Tiel, acte nr.23,pag.3,d.d.16-2-1825).
Zeer waarschijnlijk heeft zij dat gedaan, omdat haar echtgenoot Eugenius, door haar broer Jan uit zijn testament is geschrapt als administrateur.
Op 24 juni 1813 maken Georgia en Eugenius een langstlevenden-testament op.
(RAA:Not.Arch.acte nr.72,p.3.,d.d.24-6-1813).
In het jaar 1823 verkopen beiden aan Hendrik van Maaren, landbouwer te Heesselt, de volgende goederen:
- 1 Bunder (ha), 83 roeden en 98 ellen bouwland, genaamd “Waayakker”, liggend ten
Oosten van de erve Gerardus (Gradus) de Cocq van Delwijnen en ten Westen aan de
Gemeene Straat.
- 38 roeden en 91 ellen bouwland, genaamd “Dalweij”.
- 2 bunders, 61 roeden en 81 ellen bouw- en weiland, genaamd “de Kromme Morgen”.
- 1 bunder, 41 roeden en 52 ellen weiland, genaamd “Wavelskempke”.
Tezamen voor de somma van fl. 1.400,--.
(RAA:Inv.nr.1506,acte nr.119,d.d.25-10-1823).
In 1825 maakt Georgia een testament op waarin zij te kennen geeft direct na haar dood na te laten aan de R.K. Pastor te Zaltbommel of van een gemeente waar haar sterfhuis zal zijn, een somma van 100 gulden tot celebratie van lijkdienst en lavenis harer ziel. Verder legateert zij aan haar echtgenoot Eugenius van Bruggen het levenslang vruchtgebruik van haar gehele overige nalatenschap. Zij stelt en benoemt tot haar erfgenamen:
1. Philippus de Reuver, Johanna de Reuver, weduwe van Christiaan Lansdaal te Driel,
kinderen van Jacobus Antonis de Reuver en Willemina de Cortie, tezamen voor een
geregt zesde gedeelte.
2. Gijsbert de Cortie, Clara de Cortie, weduwe van Christoffel de Bruin en Helena de
Cortie, weduwe van Adrianus van Niftrik, allen woonachtig te Driel, kinderen van
Aart de Cortie en Helena van Nes, tezamen voor een geregt zesde gedeelte.
3. Philippus Versteegh en Johanna Versteegh te Driel, kinderen van Christiaan
Versteegh en Francyna de Cortie, tezamen voor een geregt zesde gedeelte.
4. Willem van der Meijden en Maria van der Meijden, gehuwd met Abraham de Groot,
wonende te Driel, kinderen van Anthony van der Meijden en Clara van Beurden,
tezamen voor een geregt zesde gedeelte.
5. Willem de Gier, Christiaan de Gier en Elizabeth de Gier, weduwe van Johannes
Gloudemans te Driel, kinderen van oud-burgemeester Christiaan de Gier en
Christina van Beurden, tezamen voor een geregt zesde gedeelte.
6. Stephanus (Steven) de Cocq van Delwijnen te Heesselt, Adrianus de Cocq van
Delwijnen en Cornelis de Cocq van Delwijnen, beiden woonachtig te Driel,
kinderen van wijlen haar neef Joannes de Cocq van Delwijnen, gehuwd met
Joanna Appeldoorn, tezamen voor een geregt zesde gedeelte.
(RAA:Inv.nr.1697,acte nr.40, d.d.7-3-1825).
In het jaar 1829 legateert Eugenius van Bruggen aan zijn echtgenote Georgia de Cocq van Delwijnen het levenslang vruchtgebruik van zijn goederen. Verder benoemt hij tot zijn erf-genamen:
1. Neef Dirk van de Laar, woonachtig te Antwerpen
2. neef Hendricus van de Laar, thans wonende te Laren nabij de stad Naarden.
3. neef Gijsbertus van de Laar, wonende te Rossum
4. de gezamenlijke kinderen van wijlen mijn neef Eugenius van de Laar, gehuwd met
Anna Maria van Rooij, wonende te Bruchem
5. de gezamenlijke kinderen van wijlen mijn nicht Johanna van de Laar, gehuwd met
Nicolaas van Rijn, wonende te Rossum.
Allen voor een vijfde gedeelte.
(RAA;inv.nr.1186, acte nr.89,d.d.8-12-1829).
In hetzelfde jaar (1829) hernieuwt Georgia de Cocq van Delwijnen haar testament en daarbij komt die van 1825 te vervallen. Voor haar echtgenoot blijft alles onveranderd. De erfgenamen zijn nu:
1. neef Philippus Versteegh, wonende te Driel, zoon van wijlen Christiaan Versteegh en
Francyna de Cortie, in leven echtelieden, voor een achtste gedeelte.
2. nicht Johanna Versteegh, wonende te Driel, dochter van (zie nr.1).
3. nicht Helena de Cortie, weduwe van Adrianus van Niftrik, dochter van wijlen Aart de
Cortie en Helena van Est, wonende te Driel, voor een achtste gedeelte.
4. neef Willem van der Meijden, zoon van Antonie van der Meijden en Clara van
Beurden, in leven echtelieden, wonende te Driel, voor een achtste gedeelte.
5. nicht Anna Maria van der Meijden, gehuwd met Abraham de Groot, wonende te
Driel, dochter van Antonie van der Meijden en Clara van Beurden, voor een achtste
gedeelte.
6. neef Steven de Cocq van Delwijnen, wonende te Heesselt in de Tielerwaard, voor
een achtste gedeelte.
7. neef Adrianus de Cocq van Delwijnen, wonende te Driel, voor een achtste gedeelte.
8. neef Cornelis de Cocq van Delwijnen, wonende te Driel, voor een achtste gedeelte.
De drie laatstgenoemde, kinderen van wijlen mijn neef Johannes de Cocq van
Delwijnen en wijlen zijn echtgenote, Joanna Appeldoorn.
(RAA:Inv.nr.51, acte nr.100,d.d.10-9-1829).
Als ook Georgia de Cocq van Delwijnen is overleden, komt de boedelscheiding aan de orde. De nalatenschap van Eugenius van Bruggen bestaat uit het volgende:
- Aan gereed geld komende uit de verkochte roerende en onroerende goederen, het
gereed geld tijdens het overlijden van Eugenius van Bruggen aanwezig, de toen-
maals tegoed zijnde pachten en interessen, alsmede degenen die de gemeenschap-
pelijke goederen sedert de dood van Georgia hebben opgeleverd, bedragen na af-
betaling der boedelschulden en na het overlijden, met inbegrip der kosten dezes
deelacte veroorzaakt, de somma van fl. 7.133,60
aan pretentiën [vorderingen] op verschillende personen ,, 2.769,90
Totaal deelbare som voor de erfgenamen fl. 9.903,50
Hetgeen zal worden toebedeeld aan:
1. Gijsbertus van de Laar:
Een vordering op Andreas de Gaay te Hurwenen, groot fl. 1.010,80
Aan kwitanties en penningen ,, 969,90
Totaal (1/5 deel) fl. 1.980,70
2. Hendrikus van de Laar:
Aan contante penningen Totaal (1/5 deel) fl. 1.980,70
3. Dirk van de Laar:
Aan contante penningen Totaal (1/5 deel) fl. 1.980,70
4. de vier kinderen van Nicolaas van Rhijn
bij Johanna van de Laar:
Een vordering op Andreas de Gaay, groot fl. 1.049,--
Een vordering op Peter van Geffen Egensz te Hurwenen ,, 208,30
Aan contante penningen ,, 723,40
Totaal (1/5 deel) fl. 1.980,70
5. Gerardus en Willem van de Laar, benevens
dezelven moeder Anna Maria van Rooy,
weduwe Eugenius van de Laar:
Tezamen een vordering op de polder
van Zaltbommel, groot fl. 501,80
Aan contante penningen ,, 1.478,90
Totaal (1/5 deel) fl. 1.980,70
De nalatenschap van Georgia de Cocq van Delwijnen bestaat uit het volgende:
Aan geld, komende uit de verkochte roerende en onroerende goederen, afgedane
schuldvorderingen, betaalde pachten en interessen en de aanwezige geldsom bij het
overlijden minus kosten fl. 7.813,50
Aan vorderingen ,, 2.524,40
Totaal te verdelen onder de erfgenamen fl 10.337,90
1. Aan Helena de Cortie (weduwe van Adrianus van Niftrik):
2 verschillende vorderingen ten laste van de stad Zaltbommel fl. 1.013,60
Aan contante penningen ,, 463,24
Totaal (1/7 deel) fl. 1.476,84
2. Aan Maria Versteegh en haar man
Christiaan van de Meijden; Christiaan, Cornelis, Willem,
Hendricus en Johanna Versteegh en haar man Gerardus
Lansdaal, tezamen voor (1/7 deel) fl. 1.476,84
3. Aan Willem van der Meyden:
2 vorderingen ten laste van de stad Zaltbommel, groot fl. 1.008,80
Aan contante penningen ,, 468,04
Totaal (1/7 deel) fl. 1.476,84
4. Aan Abraham de Groot en zijn vrouw
Anna Maria van der Meijden:
Aan contante penningen, groot Totaal (1/7 deel) fl. 1.476,84
5. Aan Steven de Cocq van Delwijnen:
Aan contante penningen, groot Totaal (1/7 deel) fl. 1.476,84
6. Aan Adrianus de Cocq van Delwijnen:
Een vordering ten laste van de stad Zaltbommel, groot fl. 502,--
Aan contante penningen ,, 974,84
Totaal (1/7 deel) fl. 1.476,84
7. Aan Hubertus Johannes Jutta als
cessionaris van de erfrechten van
Cornelis de Cocq van Delwijnen:
De gehele som, groot Totaal (1/7 deel) fl. 1.476,84
(RAA:Inv.nr.1717,nr.145, 16-5-1835).
(RAA:Inv.nr.1717, acte nr.211,d.d.4-12-1835).