Kijkje in kerkje Wadenoyen
Ongetwijfeld zult u wel eens met genoegen hebben rondgekeken in het dorpje Wadenoyen en ook u zal daarbij de schoonheid van het oude romaanse kerkje zijn opgevallen, dat zo maar aan de weg langs de Linge staat in een prachtig stukje landschappelijk schoon. In ieder boek dat in ons land is verschenen over bouwkunst zullen we dit kerkje tegenkomen. Behalve dat het “mooi” is, heeft het ook een rijke geschiedenis, die u hieronder beschreven vindt.
Ned.Herv.Kerk te Wadenoyen foto: Fam.C. van Dodewaard |
De Ned. Hervormde kerk te Wadenoyen ligt vrij op een kerkhof ten Zuiden van de Lingedijk en is daarvan gescheiden door een ijzeren hek. De kerk wordt voor het eerst genoemd in het jaar 1276 in een Register van Inkomsten ten behoeve van een kruistocht. Het kerkgebouw behoorde toen aan de Dompoost te Utrecht.
De kerk bestaat uit een rechthoekig schip van vier traveeën (gewelfvakken tussen twee gordelbogen in) met een smaller, driezijdig gesloten koor van twee traveeën en een half ingebouwde vierkante toren. De totale lengte van de kerk bedraagt binnenmaats 21,70 meter en die van het schip 12 meter. De toren meet aan de binnenkant 2,50 meter in het vierkant.Het schip is opgetrokken van grofkorrelige turfsteen. De zware muren zijn ca. 0,75 meter dik en voorzien van pilastervormige bogen met diepe insnijdingen, een kenmerk uit de vroege Romaanse stijl. De oorspronkelijke bouw van het kerkje bestond uit een lengte van vijf traveeën en stamt vermoedelijk uit het begin van de 12e eeuw (1100). Ongeveer 100 jaar later heeft men om onbekende technische redenen het schip een halve travee ingekort in verband met de bouw van de toren. Daarna is ca. 1250 de toren in baksteen verhoogd of zijn er wijzigingen aangebracht.
De kerk bezit o.a. een gebrandschilderd glas waarin het alliantiewapen – Van Haeften en Van Lynden, een groot driedelig wets- en gebedenbord, een zilveren avondmaalbeker en een zilveren broodschaal met gegraveerd alliantiewapen – De Cocq van Delwijnen en Van Gendt en een klok met randversiering van engeltjes. In de kerk staat een blank eiken preekstoel op een achtkantige voet (doopvond) met ruggeschot gesneden in de vorm van een draperie, alles in de trant van Lodewijk XIV.
Gegraveerd alliantiewapen in zilveren beker De Cocq van Delwijnen-Van Gendt. |
|
Ziveren broodschaal en zilveren avondmaalbeker (foto eigen collectie) |
|
Deel van interieur N.H. Kerk - Wadenoyen ( foto eigen collectie ) | |
In 1900 is een muurschildering op de zuidelijke koorwand ontdekt, van de Heilige apostelen Johannes en Andreas, die waarschijnlijk vervaardigd is in de 15e eeuw. Op last van een kerkvoogd is deze weer overgewit. De klok had een middellijn van 1,01 meter maar is door de Duitse bezetter omgesmolten. In het jaar 1949 kwam de kerk gelukkig weer in het bezit van een nieuwe klok.
De pastorie dateert uit het jaar 1843. In het jaar 1710 was Ds Johan Gerhard Vulder predikant te Wadenoyen. Hij had in 1714 3 morgen bouwland en bos in pacht van Johan de Cocq van Delwijnen. De tegenwoordige plaats Wadenoyen heette vroeger in 850 Wadeke en Wadekem. In 1627 werd het Wadennoye en in de 14e en 15e eeuw Wadenoy en Wadenoyen. Later, in de 17e eeuw, ging het wéér anders heten, Wadenode en Wagenoyen.
De geschiedenis gaat terug tot 850 toen graaf Balderik goederen in Wadenoyen schonk aan de kerk te Utrecht. Otto, graaf van Bentheim, droeg zijn bezitting Wadennoye in het jaar 1267 op aan zijn broer Egbert. Daarna werd Otto van Zoelen heer van Wadenoyen toen hij in 1355 van graaf Reinald het gemaal over Wadenoyen, Drumt, Avezaat en Hamme ontving.
Het geslacht Van Langerack kwam in de eerste helft van de 15e eeuw in het bezit van Wadenoyen. Een erfdochter bracht het aan haar man Gijsbert van Boxmeer, die, als dagelijks heer van Wadenoyen, de Lingebrief zegelde in 1456. Zijn zoon Hubert verkocht de heerlijkheid aan Stees van Hemert. Het bleef in zijn geslacht totdat Maria van Hemert, een dochter van Frederik, in 1567, kort voor het uitbreken van de 80-jarige oorlog, trouwde met Adriaan de Cocq van Delwijnen. De heerlijkheid Wadenoyen ging toen naar dit geslacht. Hun zoon Johan, heer van Delwijnen en Wadenoyen, met beide beleend in 1605, was lid van de Ridderschap van Nijmegen. Hij huwde met Eustacia van Hemert. Dit echtpaar bracht een zoon Adriaan ter wereld, die met Anna van Gendt huwde. Hij werd eveneens heer van Wadenoyen en was opperste kerk- en armmeester. Hij overleed na 1695.
Hun zoon Johan, vernoemd naar zijn grootvader, werd toen dagelijks heer van Wadenoyen. Hij was wel een der meest vooraanstaande regenten in het Gelderland van zijn tijd. Hij overleed 26 december 1724 en vermaakte de hofstad Delwijnen aan zijn neef Walraven van Haeften en de heerlijkheid Wadenoyen aan diens broer Barthold van Haeften, beiden zonen van zijn zuster Adriana Maria de Cocq van Delwijnen, die in 1675 huwde met Reinier van Haeften, heer van Ophemert.
Na de dood van Johan Walraven van Haeften is Wadenoyen in 1783 verkocht. Daarna was Wadenoyen nog in het bezit van de families Van Doorn, Daine, Van Borssele, Van Brakel en Van Walcheren.
Als u het nog nooit deed, dan is het zeker nu de moeite waard een bezoekje te brengen aan het mooie dorpje Wadenoijen met het cultuurhistorische kerkje.
J. de Cocq van Delwijnen.
Dit artikel van de auteur is eerder geplaatst in het blad ‘Extra Nieuws’ te Buren
op 4 juni 1980. (Er zijn een paar kleine wijzigingen aangebracht).